Nieuws

14 juli 2009

Uitbroeden ringslangeieren


Een kijkje in de broedstoof. Foto: Jelle Hofstra

Het uitbroeden van de 120 ringslangeieren die in een afvalcontainer aan de ’Koufinne’ te Beetsterzwaag waren gevonden is een groot succes geworden. Er is immers nogal met de eieren gesold. Sommige trossen eieren zijn eerst in een container gegooid en daar later door mij weer uitgezocht. De rest van de eieren is met een greep uit de composthoop verwijderd. In beide gevallen was daardoor de juiste ligging van de eieren niet meer bekend. Daarna zijn ze in de auto vervoerd en daarna nog eens in de broedstoof geplaatst.


Strengen
Reptieleneieren zijn oppervlakkig met vogeleieren te vergelijken, maar er zijn verschillen. Zo hangt bij een vogelei de dooier tussen strengen. Hoe de vogel het ei ook keert, de dooier blijft te allen tijde mooi in het midden. Een reptielenei mist deze strengen waardoor de dooier naar onderen zakt. Wordt een reptielenei – waarin een embryo in aanleg aanwezig is – gekeerd, dan is het niet denkbeeldig dat de omlaag zakkende dooier het embryo dood drukt. Wel is er bij de ringslangeieren zoveel mogelijk vanuit gegaan dat het vuil aan de eieren de onderkant was.
Om in de broedstoof ’ongelukjes’ te voorkomen, werd ook een flink aantal eieren ondergebracht bij een bevriende slangenkweker Harold van der Ploeg. De temperatuur in beide broedstoven lag rond de 27 gr C. Hoe lang de eieren al in de composthoop hebben gelegen is niet bekend, maar in beide broedstoven kwamen de eerste slangetjes na 36 dagen uit het ei. In totaal werden 119 slangetjes geboren. Eén ei bevatte een dood jong. De diertjes zijn uitgezet op enkele geschikte plekken op de Lippenhuisterheide, die hemelsbreed ongeveer een kilometer van de plek waar de eieren gevonden zijn.
Ringslangeieren kunnen dus eigenlijk wel een stootje verdragen. Zo vond ik ooit ringslangeieren boven op een broeihoop die vermoedelijk waren uitgegraven door een bunzing. De eieren werd meegenomen en in een broedstoof geplaatst. Ik had er echter geen hoge pet van op, aangezien het de afgelopen dagen nogal flink koud was geweest. Na verloop van tijd werden de eieren in de broedstoof iets te vochtig en begonnen akelig donker te kleuren. Er van uitgaande dat de kweek mislukt was werd de aquariumverwarming uit het stopcontact getrokken. Toen ik de eieren enkele dagen later wilde opruimen, werd voor de zekerheid een ei geopend. Groot was mijn verbazing dan ook dat hierin een volgroeid en levend jong zat. Na de verwarming weer te hebben aangesloten, kwamen de eieren enkele dagen later zonder moeite uit.


Bron: Werkgroep Amfibieën en Reptielen Fryslân (WARF)